ARGUS – 1 maart 2023 – Rudie Kagie over mijn ode aan Barend en van Dorp
ARGUS
Parool
NRC over Zomergasten 2012
Dagblad van het Noorden
Brabants Dagblad
De Limburger
Brabants Dagblad
Brabants Dagblad
hard/hoofd
NRC
Limburgs Dagblad
Verslag college Tom America in samenwerking met Prof. Dr. Jos Swanenberg, locatie: Fontys Hogescholen
Tom America legt taalbiotopen op originele wijze bloot. ‘Er zweven veel invloeden door mij heen.’
Tom America is de eerste gast die een optreden verzorgde in het kader van het thema: Taal en cultuur in Brabant. Deze optredens worden georganiseerd door FLOT in nauwe samenwerking met Jos Swanenberg, hoogleraar ‘Diversiteit in Taal en Cultuur in Brabant.
De worstenbroodjes worden nauwelijks beroerd, maar gelukkig is de rode zaal gevuld met een handvol studenten Nederlands. En die worden daar ruimschoots voor beloond, want de presentatie van Tom America geeft een zelden vertoonde inkijk in het fenomeen taal. America is een veelzijdig artiest en begon ooit als zanger van een punkband. Toen hij zijn stem kwijtraakte, ging hij verder als beeldend kunstenaar en ‘leende’ hij stemmen, soms uit andere culturen. ‘Er zweven veel invloeden door mij heen’, zegt hij, ‘maar sommige keuzes krijgen pas later in je leven een richting.’
Tom America houdt zich als kunstenaar op een bijzondere manier bezig met taalvariatie. Hij onderzoekt allerlei woordassociaties in verschillende culturen en dialecten. Met behulp van samplers slaat hij video-opnames van ‘native speakers’ op, ondersteund door muzikale ritmes. Door de repetitieve klanken die hierdoor ontstaan, geeft hij de taal een andere dimensie. De dialectsprekers blijven dicht bij hun gevoel en zijn zich niet bewust van de context die America later toevoegt. Er ontstaat een kunstvorm die de taal als het ware uit haar keurslijf haalt en hierdoor soms ontroering oproept.
Wilde boerendochter
De ‘readymates’ van Duchamps, het dadaïsme, rockmuziek van Peter Koelewijn en Strawberry fields van de Beatles geven aan uit welke periode hij zijn eerste inspiratie ontleent. In zijn eigen omgeving ontdekt hij hoe Ivan Heylen met ‘de Wilde Boerndochtere’ in eenvoudige akkoorden een krachtige expressie uitdrukt. Als hij een schilderij van Picasso ziet, gaat hij spelen met het begrip moederschap. ‘Weet je nog wanneer ik het eerst een boterham met kaas gegeten heb?’ vraagt hij aan zijn moeder om het geheim naar zijn diepste verlangens te ontraadselen. Associaties volop.
Sampler als instrument
‘Ik heb ook onderzoek gedaan naar taal als zodanig en daarvoor heb ik klanken geïsoleerd’, vertelt Tom America over zijn ontdekkingen op het gebied van taal en muziek. ‘De sampler stelt mij in staat om expressieve uitdrukkingsvormen op te slaan. Ik vroeg aan vrienden om bepaalde klanken uit te spreken – zoals de letters van het alfabet – en maakte er video-opnames van. Het resultaat is een portret van onze taal, met een wetenschappelijk randje. Waar ik naar op zoek was kon ik zó pakken in taal.’
Van Gogh
Zoals Van Gogh de mijnwerkers schilderde in de Borinage en de aardappeleters in de Brabantse Peel, zo ging America aan de slag met de Tilburgse taal. ‘Wat is mooier dan de schoonheid van het Tilburgs?’ Daarmee komt hij dichter bij zijn eigen leefwereld. ‘Want die is qua cultuur, taal en etnische achtergrond diverser dan ooit, als gevolg van de globalisering van de afgelopen decennia,’ ondervond America. ‘De schoonheid van taal hoef je niet ver te zoeken, want die vind je gewoon op straat.’ Hij gaat op speurtocht naar de Tilburgse dialecten en ontdekt kenmerkende verschillen tussen aangrenzende regio’s, zoals ‘t Goirke, de Hasselt, Tilburg Noord en Zuid. ‘En wat heeft de allochtoon te melden die om de hoek woont? De taal van de straat toont aan hoe creatief taal kan zijn,’ ontdekt hij.
Hij wil veel laten zien, maar de tijd is beperkt. Een opname van ‘de herderkens lagen bij nachten’, gesproken in het Tilburgs dialect en begeleid met muziek roept humor maar ook ontroering op. Het West-Vlaams, gesproken in een café in Oostende, is nauwelijks te begrijpen maar vol rijkdom. Tot slot toont hij een fragment uit zijn project ter gelegenheid van het 200-jarig bestaan van Tilburg. In 11 Tilburgse wijken stelde hij vragen aan mensen, over wat ze vinden van Tilburg. Je moet het horen en zien om het bijzondere ervan te ervaren, maar de variatie aan taaluitdrukking is eindeloos groot. Tom America heeft er een bijzonder kunstwerk van gemaakt. Door te spelen met taal, doet hij eer aan de levens, waarden en opvattingen van mensen.
Het was een interessante voordracht van Ton America, hoewel het me aanvankelijk niet zo duidelijk was wat nu precies de relatie met de paraplu ‘Taal en Diversiteit in Brabant’ was. Dat werd het op het einde wel toen hij het publiek een schitterende collage van ‘Tilburgse’ uitspraken presenteerde. Ik moest toen denken aan een oud-student die binnen het Tilburgs zeven verschillende varianten kon onderscheiden.
Voor de buitenstaander, en dat ben ik, is Tilburgs Tilburgs, maar dat is dus een foute opvatting: je hebt Goirkes, Hasselts, Korvels etc. Misschien een idee om daar nog eens iets mee te doen. – Flip Strang, docent Talen FLOT
De bijeenkomst was beslist de moeite waard, zowel voor studenten als docenten die geïnteresseerd zijn in muziek, taal (hier met name het Tilburgse dialect) en cultuur. Voor talenstudenten is het in ieder geval de moeite waard. Tom America heeft veel moeite gedaan om het voor studenten interessant en herkenbaar te maken. Ik ben heel benieuwd naar de volgende bijeenkomst met Gerard van Maasakkers. – Monica van der Hagen, docent Talen FLOT
NRC
Recensie De Volkskrant
Recensie HP/De Tijd nav de uitreiking van de VSB poezieprijs 2003 aan Tonnus Oosterhoff
Brabants Dagblad
Brabants Dagblad
TUBELIGHT
TUBELIGHT 35 (fragment recensie)
Tempelhof, vliegveld van angst en hoop; geschiedenis in woord beeld en muziek
Angelique Spaninks
Moonen en America nemen Tempelhof als een soort brandpunt waarin de Europese geschiedenis van de vorige eeuw culmineert. Aan de hand van interview-fragmenten met oude Berlijners die verhalen vertellen over hun ervaring met die plek, en video-opnamen van toen en nu, componeren beide kunstenaars ieder binnen hun eigen discipline een samenhangend drieluik van zo’n 25 minuten. Daarin trachten zij niet de hele geschiedenis te vertellen, integendeel. Zij belichten slechts een scherf, of eigenlijk drie scherven in de tijd. De periode rond Wereldoorlog I, de periode rond Wereldoorlog II en de periode van Koude Oorlog en luchtbrug. Die drie scherven plakken zij vervolgens vakkundig aan elkaar waarbij vooral de muziek het bindende element vormt. Het eindresultaat is dan ook niet zozeer een historisch documentaire als wel een poëtisch cultureel statement; een poging om dat wat ooit met taboe en grote gevoeligheden omgeven was, in een nieuwe eeuw artistiek te confisqueren en opnieuw te duiden.
Wat de opzet betreft, situeert Tempelhof zich ergens tussen de door orkest begeleidde films uit de oude doos en de beeldende opera’s van minimal-muzikanten als Steve Reich en Philip Glass. Het orkest reduceerde America tot een sextet met piano, gitaar, klarinet, viool, cello en spraakorgel. Zij spelen een compositie die zowel klassieke als jazzy elementen bevat. Maar vooral de zeer subtiel melodieuze tekstfragmenten geven het muzikale deel een meeslepende werking. Daarnaast ervaart degene die meeleest (in het programmaboekje of met de projectie) ook de betekenis van de woorden; het zijn de soms bibberende, soms ferme herinneringen van een op uitsterven staande generatie. Daarbij hoor je de laarzen stampen, de bommen vallen, de vliegtuigen stijgen en landen.
Derde element (naast tekst en muziek) is het beeld. Rob Moonen schakelde daarvoor een hele reeks fragmenten aaneen – sterk verouderde en vage zwart-wit beelden van de Pruisische tijd met een parade van Kaiser Wilhelm en het opstijgen van een gigantische Zeppelin, maar ook dreigende wolkenluchten, marcherende en Sieg Heil-saluerende massa’s en de speech van generaal Clay, het brein achter de Amerikaanse luchtbrug in 1949.
Neemt niet weg dat America en Moonen met Tempelhof een intrigerende vorm van artistieke geëngageerdheid ten toon spreiden. Hun doel, het creëren van een Gesammtkunstwerk, waarin de vele stemmen van de stad en de geschiedenis hoorbaar zijn, is zonder meer geslaagd. Daarbij blijkt Tempelhof een goede basis voor verdere discussie over Europa, de vele identiteiten die dit continent herbergt en de culturele lappendeken die het nog altijd is en voorlopig ook wel zal blijven.
Moonen en America zijn daarbij niet in de valkuil van de politieke legitimering getrapt. Zij kozen hun eigen aanpak, werkten lang en hard aan de verdere invulling van hun project, en hielden niet op toen Tempelhof niet geadopteerd werd door het nationale cultuurprogramma in het kader van het Europees voorzitterschap. En wie een van deze voorstellingen gemist heeft kan altijd nog de dvd aanschaffen – al was het alleen maar om de meest memorabele scene te ervaren. Daarin steekt een man zijn bewondering voor de bouwers van Tempelhof ruim zestig jaar na dato nog altijd niet onder stoelen of banken:
“Im Jahr 280.000 Passagier zu haben
Und dann ein Flughafen gebäude zu bauen für 6 millionen passagieren
Dan muss man entweder verrückt sein
Oder man muss seinen unglaublichen vision und Vorstellungsvermögen haben”
Brabants Dagblad
Brabants Dagblad
Brabants Dagblad
NRC
Parool